Op zich is het goed, natuurlijk, maar het begint ook vervelend te worden dat steeds meer journalisten zich met mediakritiek zijn gaan bezig houden.
Het probleem zit hem hierin: zij hebben daar de tijd voor, en wij eigenlijk niet. Wij wérken overdag, en proberen dan ’s avonds, murw geslagen door acht uur kantoorslavernij, nog slim en gevat uit de hoek te komen. Dat valt niet mee.
Maar bovendien is er steeds meer concurrentie, van beroepsjongens, die een hele dag niets anders moeten doen dan met hun voeten omhoog de gazet lezen en daar dan een commentaartje op publiceren. Ze doen dat sneller en beter gedocumenteerd dan wij.
Hoe kunnen wij op tegen zo’n Peter Casteels? Gisteren verscheen de eerste editie van het journalistieke pluimgewicht, nee, heliumgewicht, dsAvond — en vanochtend heeft hij daar al een tamelijk intelligente analyse over gepubliceerd. Dat is te snel, hoor.
Wij hadden ook zelf al iets half bedacht, in de tram op weg naar kantoor. Iets over de nonsens die Karel Verhoeven mekkert: in dure editorialen zeuren over de nood aan meer diepgang, verdieping en diepte, om ons dan met dsAvond in het riet te sturen. En dat dan versieren met opmerkingen over de kwaliteit van zijn editorialen en de originaliteit van zijn ideeën.
Maar nog voor wij aan deze briljante uitzending kunnen beginnen schrijven, heeft Casteels zijn schrijven al afgerond! Dat tempo ligt te hoog, wij kunnen dat niet aan.
Mogen wij daarom toch pleiten voor slow journalism. Gun ons ook iets.
Gelukkig zijn wij veel grappiger dan Peter Casteels.
LINKS: