We zijn er vanaf. De Standaard heeft haar tien afleveringen van de zeer onthullende reeks ‘De 16 is voor u’ afgerond. Er was heel wat commotie rond, vooral in De Standaard zelf, en daarom is het misschien wel zinvol om te kijken of al dat gedoe wat heeft opgeleverd.
Of de verkoopscijfers van de krant gestegen zijn, laten we daarbij voorlopig buiten beschouwing. We moeten niet altijd cynisch doen alsof dat de hoofdzaak is voor een krantenredactie. Maar wat dan wel? In de eerste plaats wil De Standaard informeren: wij krijgen extra informatie over wat er zich allemaal achter de schermen heeft afgespeeld. Dat zegt de inleiding bij elke aflevering:
Uit haast honderd uur aan interviews met de verschillende hoofdrolspelers distilleerde de krant tien exclusieve verhalen die u meer inzicht verschaffen in wat er werkelijk gebeurde achter de schermen van de formatie.
Hoofdredacteur Vandermeersch brengt op twaalf februari een opiniestuk, waarin hij de reeks verdedigt, kennelijk is het nodig. Daarin blijkt dat er nog een tweede objectief is: het goede journalistieke voorbeeld geven.
In een medialandschap waarin er steeds meer ‘content’ en ‘public relations’ is en steeds minder journalistiek, geloven we meer en meer in de essentiële rol die wij, de media, te spelen hebben.
Zijn wij inderdaad beter geïnformeerd geraakt dankzij deze reeks? Volgens Vandermeersch wel, want hij schreef ook:
“Jullie zijn erin geslaagd om een nieuw licht te werpen op sommige cruciale momenten”, mailde een goed ingewijde betrokkene ons gisteren.”
Bij andere betrokkenen hoorden wij andere reacties: “Sinds die reeks in De Standaard snap ik er nog minder van. En ik was erbij.” Wij waren er zelf niet bij en vonden de reeks allerminst zo verhelderend als ze zichzelf graag voordeed.
Exemplarisch is het artikel van twaalf februari over Dehaene zijn rol als bemiddelaar-onderhandelaar. Het is een aaneenschakeling van anekdotes en korte citaten, collagewerk van zinnen en paragrafen. De lezer krijgt geen duiding; feiten van maanden geleden worden blijkbaar nog tot in detail verondersteld gekend te zijn. Bronnen worden niet vermeld, het stuk heeft geen logische opbouw. Het is een rommelig hoopje informatie, dat geen onduidelijkheid wegneemt, maar creëert.
Die problemen hebben heel wat artikels in de reeks. Ze hyperfocussen op een aantal incidenten en slagen er niet in, of weigeren, om ruimer te kaderen. Daardoor blijven het geïsoleerde, fragmentarische stukken. Ze helpen de lezer nauwelijks begrijpen wat er nu precies al die maanden gebeurd is. Van sommige gebeurtenissen is het exacte verloopt misschien duidelijker, maar de betekenis blijft even mistig.
Dat is geen goede journalistiek. Journalistiek is meer dan het registreren en vervolgens neerschrijven van gebeurtenissen. Een ambitieus project als ‘De 16 is voor u’ moet ingebed worden in analyse en verdient ook een synthese. Het ontbreken daarvan maakt van de reeks een zinloze stijloefening, die ongetwijfeld spannend was voor de redactie, maar quasi waardeloos voor journalistiek en publiek.
Daar dan over lopen opscheppen, zoals De Standaard, deed, getuigt niet van zeer veel zin voor proportie. Hugo Camps schreef zaterdag (16/02) in De Morgen al hoe schaamtelijk dat eigenlijk was, zijn eerste schrijven ooit waarmee ik het eens was. Bovendien duwde al die zelfingenomenheid de actualiteit soms van de voorpagina.
Op dertien februari kopte De Morgen: “Yves Leterme lanceert zijn stappenplan.” Dat is relevant nieuws over de politieke ontwikkeling. De Standaard zette die dag een onderdeel van haar reeks op de voorpagina: “Guy Verhofstadt speelde dubbel spel.” Misschien interessant, maar op dat moment zeker irrelevant. Dat brengt De Standaard: niet wat belangrijk is, maar wat lezers trekt.
En reken maar dat de reekst lezers trekt. Want voor de cynici onder u hebben we toch nieuws over de verkoopcijfers: die stegen significant. Exacte aantallen worden niet vrijgegeven, maar het verschil zou in de kwartaalcijfers te zien zijn. Ook de website deed het extra goed tijdens de reeks. Volgens de dienst marketing van de De Standaard was de reeks “goed voor het imago”.
Onder marketingboys is het imago ongetwijfeld verbeterd. Maar wat ons betreft heeft de reeks geen van beide doelstellingen gerealiseerd: ze verduidelijkt amper en ze is geen journalistiek referentiepunt – hoe graag de krant dat zelf ook mag beweren.