Overspel is goed voor de conditie

Brave katholieken zijn het bij De Standaard. Onder de kop “Hartspecialisten raden overspel af”, lezen wij:

Vreemdgaan vergt tot een derde meer energie dan seks met de eigen partner. Vrijen met een andere partner is qua inspanning te vergelijken met spitten in de tuin, terwijl seks in eigen huis overeenkomt met douchen.

Er volgt nog een hele uitleg over hartspieren en hun inspanningen, maar het punt is duidelijk. Zolang u geen verkalkte kransslagaders heeft, is overspel goed voor de conditie. Dat is goed om weten voor al wie een gezond hart en een lelijke partner heeft.

Voortaan moet u dus niet meer gaan fitnessen voor uw conditie. U moet thuis zeggen dat u gaat fitnessen en intussen een hartstochtelijke buitenechtelijke affaire onderhouden. Het effect is hetzelfde, maar de inspanning is plezieriger. Twee keer winst!

Zie je wel

Het eindeloos bekritiseren van de media is een vermoeiende affaire. Veel eer raap je er niet mee, en af en toe vraag je je af wie je het meest verveelt: jezelf of je luisteraars. Maar af en toe glimlachen wij tegelijk zelfingenomen en bescheiden, wanneer iemand uitgebreider, intelligenter en beter dan wijzelf zouden kunnen onze standpunten bijtreedt.

Gisteren glimlachte ik zo breed dat mijn broers er bang van werden. Wat vind je hiervan, Kristof Hoefkens?

“De 16 is voor u”: 10 dagen journalistieke pretentie onder de loep

We zijn er vanaf. De Standaard heeft haar tien afleveringen van de zeer onthullende reeks ‘De 16 is voor u’ afgerond. Er was heel wat commotie rond, vooral in De Standaard zelf, en daarom is het misschien wel zinvol om te kijken of al dat gedoe wat heeft opgeleverd.

Of de verkoopscijfers van de krant gestegen zijn, laten we daarbij voorlopig buiten beschouwing. We moeten niet altijd cynisch doen alsof dat de hoofdzaak is voor een krantenredactie. Maar wat dan wel? In de eerste plaats wil De Standaard informeren: wij krijgen extra informatie over wat er zich allemaal achter de schermen heeft afgespeeld. Dat zegt de inleiding bij elke aflevering:

Uit haast honderd uur aan interviews met de verschillende hoofdrolspelers distilleerde de krant tien exclusieve verhalen die u meer inzicht verschaffen in wat er werkelijk gebeurde achter de schermen van de formatie.

Hoofdredacteur Vandermeersch brengt op twaalf februari een opiniestuk, waarin hij de reeks verdedigt, kennelijk is het nodig. Daarin blijkt dat er nog een tweede objectief is: het goede journalistieke voorbeeld geven.

In een medialandschap waarin er steeds meer ‘content’ en ‘public relations’ is en steeds minder journalistiek, geloven we meer en meer in de essentiële rol die wij, de media, te spelen hebben.

Zijn wij inderdaad beter geïnformeerd geraakt dankzij deze reeks? Volgens Vandermeersch wel, want hij schreef ook:

“Jullie zijn erin geslaagd om een nieuw licht te werpen op sommige cruciale momenten”, mailde een goed ingewijde betrokkene ons gisteren.”

Bij andere betrokkenen hoorden wij andere reacties: “Sinds die reeks in De Standaard snap ik er nog minder van. En ik was erbij.” Wij waren er zelf niet bij en vonden de reeks allerminst zo verhelderend als ze zichzelf graag voordeed.

Exemplarisch is het artikel van twaalf februari over Dehaene zijn rol als bemiddelaar-onderhandelaar. Het is een aaneenschakeling van anekdotes en korte citaten, collagewerk van zinnen en paragrafen. De lezer krijgt geen duiding; feiten van maanden geleden worden blijkbaar nog tot in detail verondersteld gekend te zijn. Bronnen worden niet vermeld, het stuk heeft geen logische opbouw. Het is een rommelig hoopje informatie, dat geen onduidelijkheid wegneemt, maar creëert.

Die problemen hebben heel wat artikels in de reeks. Ze hyperfocussen op een aantal incidenten en slagen er niet in, of weigeren, om ruimer te kaderen. Daardoor blijven het geïsoleerde, fragmentarische stukken. Ze helpen de lezer nauwelijks begrijpen wat er nu precies al die maanden gebeurd is. Van sommige gebeurtenissen is het exacte verloopt misschien duidelijker, maar de betekenis blijft even mistig.

Dat is geen goede journalistiek. Journalistiek is meer dan het registreren en vervolgens neerschrijven van gebeurtenissen. Een ambitieus project als ‘De 16 is voor u’ moet ingebed worden in analyse en verdient ook een synthese. Het ontbreken daarvan maakt van de reeks een zinloze stijloefening, die ongetwijfeld spannend was voor de redactie, maar quasi waardeloos voor journalistiek en publiek.

Daar dan over lopen opscheppen, zoals De Standaard, deed, getuigt niet van zeer veel zin voor proportie. Hugo Camps schreef zaterdag (16/02) in De Morgen al hoe schaamtelijk dat eigenlijk was, zijn eerste schrijven ooit waarmee ik het eens was. Bovendien duwde al die zelfingenomenheid de actualiteit soms van de voorpagina.

Op dertien februari kopte De Morgen: “Yves Leterme lanceert zijn stappenplan.” Dat is relevant nieuws over de politieke ontwikkeling. De Standaard zette die dag een onderdeel van haar reeks op de voorpagina: “Guy Verhofstadt speelde dubbel spel.” Misschien interessant, maar op dat moment zeker irrelevant. Dat brengt De Standaard: niet wat belangrijk is, maar wat lezers trekt.

En reken maar dat de reekst lezers trekt. Want voor de cynici onder u hebben we toch nieuws over de verkoopcijfers: die stegen significant. Exacte aantallen worden niet vrijgegeven, maar het verschil zou in de kwartaalcijfers te zien zijn. Ook de website deed het extra goed tijdens de reeks. Volgens de dienst marketing van de De Standaard was de reeks “goed voor het imago”.

Onder marketingboys is het imago ongetwijfeld verbeterd. Maar wat ons betreft heeft de reeks geen van beide doelstellingen gerealiseerd: ze verduidelijkt amper en ze is geen journalistiek referentiepunt – hoe graag de krant dat zelf ook mag beweren.

Anonimiteit gegarandeerd

LOG 080220 15:30

Het redactielokaal is volledig verduisterd. Alle elektrische apparatuur is uitgeschakeld en het schaarse licht is afkomstig van een stormlamp in het midden van de tafel. Daarrond hebben de drie broers zich samenzweerderig verzameld. Alledrie dragen ze een lange regenjas en een deukhoed. Emile heeft een valse snor over zijn echte geplakt. Het gesprek wordt op fluistertoon gevoerd.

Emile: “Ik mailde haar voor informatie over De Standaard. En ze mailde terug!”
Auguste: “Dat is toch niet zo erg verdacht?”
Emile: “Ze mailde dat ik haar moest bellen. Op haar gsm.”
Max: “Ze probeert je te versieren.”
Auguste: “Nee, ze probeert je te traceren.”
Emile: “Geen van beide mag gebeuren!”
Max: “Dan heb ik hier precies wat wij nodig hebben, broeders.”

Max haalt uit zijn tas een kartonnen doos met ingewikkelde en futurisch uitziende electronische apparatuur. Auguste neemt ook een kartonnen doos uit zijn tas, maar dan eentje met een oude fles port. Emile kijkt verheugd naar beiden.

Max: “Dit stukje spitstechnologie maakt onze telefoon ontraceerbaarder dan het paneel met De Rechtvaardige Rechters!”
Auguste: “Goed zo, Max.”
Emile: “Waar haal je dat vandaan, Max?”
Max: “Gratis gekregen omdat ik via een mannenblad zes liter scheerschuim bestelde.”
Emile: “Maar jij laat je toch scheren door die Italiaanse kapper?”
Max: “Ja, maar ik wou dat speelgoedje hebben.”

Auguste schenkt de glazen vol en tikt met zijn zegelring tegen de fles om zijn broers tot stilte aan te manen.

Auguste: “Nog even concentreren, jongens. Max, sluit dat ding aan op onze telefoon, dat Emile dat mens kan bellen.”

Uit een binnenzak haalt Max een indrukwekkend zakmes, waarmee hij een arsenaal aan schroeven, moeren en bouten van divers pluimage te lijf gaat. Maar ondanks zijn professionele uitrusting en dito outfit slaagt hij er niet in zijn apparatuur aan te sluiten, zelfs niet met gefronste wenkbrauwen, opgestroopte hemdsmouwen en bezweet voorhoofd.

Max: “We worden gesaboteerd! Een andere verklaring heb ik niet.”
Emile: “Gesaboteerd nog voor we onze plannen goed en wel bedacht hebben! Dit zijn professionals, verdomme.”
Auguste: “Ik zie maar één oplossing: onderduiken, en wel meteen.”
Max: “Tante Gusta heeft nog een zolderkamertje waar we alledrie in passen, als we onze snorren afscheren tenminste.”
Emile: “Nonkel Robert heeft een kruipkelder. Als daar het water uitpompen, zitten we zeker veilig.”
Auguste: “Ho maar, makkers. Ik dacht meer aan een weekje luxueuze wintersport in de Franse Alpen.”

Het wordt even stil. Max en Emile staan vol bewondering voor hun oudste broer. Er wordt geklonken op het plan en niet veel later wordt een tweede fles port gekraakt.

In geval van complete radiostilte volgende week, weet u waar het aan ligt.

De Mega Mindy in Rik Van Cauwelaert

Voor het goede begrip bieden wij u aan: een beknopt persoverzicht over de wonderbaarlijke verschijning van Fientje Moerman in het Vlaamse parlement.

Wim Winckelmans schreef vrijdag in De Standaard:

Nochtans is haar terugkeer en de relatie met de partijgenoten nog broos.

Voor De Morgen berichtte Tine Peeters een dag eerder:

Tot ieders verbazing, niet het minst bij de Open Vld, keert ex-minister Fientje Moerman via een achterdeurtje terug in het Vlaams Parlement.

Bij de VRT bevestigt Lisbeth Imbo vandaag:

Margriet Hermans vertrouwde me ’s avonds toe, in de schminkstoel van de VRT, dat ze van haar stoel viel toen ze u [Moerman] daar zag binnenkomen. Iedereen trouwens, als ik zo de reacties hoor. Zelfs Marc Cordeel, tenslotte toch de Open VLD’er die u opvolgt, wist niet dat u zijn zitje zou innemen.

Na enkele dagen is iedereen het er dus over eens dat Fientje Moerman zich tot verbazing van vriend en vijand weer in de politiek heeft gemanouvreerd. Eerder ondanks dan dankzij de partijtop, schemert in sommige commentaren door.

Iedereen, dat is het gemiddelde, luie en domme journaille. Er is één man die wel beter weet en dat die man Rik Van Cauwelaert is, verbaast u niet. Hij orakelt:

En kijk, luttele maanden na de affaire werd met de hulp van de partijleiding en via een omweg de retour van mevrouw Moerman naar de politiek, en dus naar de prinselijke emolumenten van de overheid, mogelijk gemaakt.

Van Cauwelaert ziet in zichzelf een soort Cassandra: hij verkondigt de onvermoede waarheid, maar niemand wil naar hem luisteren. Wij zien in Van Cauwelaert een soort Mega Mindy: hij verkondigt vervelende fabeltjes, maar je moet ze aanhoren, willen of niet.

Slagerszoon Freddy Bracke

Freddy Bracke heeft een stuk geschreven in Knack, over het hoofddoekendebat. Hij vat voor ons zeer kernachtig samen (20.424 tekens) waarom een hoofddoekenverbod een kwestie van beschaving is. Waarschijnlijk een interessant thema, maar laat ons snel overgaan naar wat echt van belang is in een tekst: de interpunctie.

Interpunctie, het gebruik van leestekens, is belangrijk, omdat zij mee de leesbaarheid van een tekst bepaalt. Slechte leesbaarheid verhindert dat de lezer zich goed op de inhoud kan concentreren. En helaas, Bracke heeft op interpunctievlak een aantal zeer vervelende gewoontes. Haakjes bijvoorbeeld, gebruikt Bracke veel te graag. Hij zet maar liefst 67 keer iets tussen haakjes.

Nog liever gebruikt hij aanhalingstekens. Altijd “dubbele”, want de knop met ‘enkele’ was kapot op zijn toetsenbord. Daardoor is het meestal onklaar of hij nu citeert of niet. Om dat te compenseren gebruikt hij vindingrijk de « Franse » variant, die in het Nederlands fout is. Alles bij mekaar levert het 77 keer aanhalingstekens op. Daartegenover lijkt het gebruik van amper zes uitroeptekens maar klein bier, maar in een normale tekst zou dat meer opvallen.

Het toeval, of is het mijn opvoeding, wil dat ik die drie leestekens ten zeerste misprijs in opiniestukken. Wie haakjes wil gebruiken moet goed nadenken: is het wel belangrijk genoeg wat ik hier tussen ga zetten? Als dat niet zo is, schrap dan. Is het wel zo, geef de informatie dan een volwaardige plaats.

Ook aanhalingstekens moeten met zorg gebruikt worden. Liefst niet om een term te ironiseren, dat is beledigend voor de lezer. Een speciale term moet gedefinieerd worden en daarna kunnen de aanhalingstekens ook weg. Uitroeptekens zijn voor stripverhalen, kinderen en liefdesbrieven. Heftig spul is dat, dat hoort niet thuis in een academisch betoog.

En Bracke wil graag academisch schrijven, twijfel daar maar niet aan: hij haalt er filosofen en schrijvers bij zonder op hun ideeën in te gaan en plaatst af en toe een anekdote die ons van zijn historisch en geografisch inzicht moet overtuigen. Hij ondertekent zijn stuk ook met een datum en een plaats, alsof hij een gewichtig essay vorm heeft gegeven.

Nu zal ik niet beweren dat met intellectualiteit bescheidenheid komt, maar een grond voor pretenties is altijd mooi meegenomen. En als intellectueel pretendent is een basisvaardigheid in het schrijven toch vereist. Maar Bracke brengt ons:

Is het dan echt nodig, nuttig of zelfs maar verantwoord, bepaaldelijk ook ten aanzien van de tweede-, derde-generatie jongeren uit de Oriëntaalse immmigratie die tenslotte in elk geval in een Westerse omgeving zullen moeten functioneren, om onkritisch en blindweg vrije baan te geven aan islamiserende invloeden op allerlei terreinen van het openbare leven in Europa?

Te lange en te stroeve zinnen, die denkfouten en drogredeneringen moeten camoufleren, gecombineerd met ijdele intellectuele pretenties: volgens mij is Freddy Bracke een jurist.

Paniek in webland

Paniek in webland. Leterme ligt in het ziekenhuis, en niemand weet precies wat er aan de hand is. Op zo’n moment kan je natuurlijk niet enkel op Belga vertrouwen. In plaats van op de eigen redactie even te vragen wat er aan de hand is, kijkt iedereen naar elkaar, en zo staat er op de site niet het eigen nieuws, maar het nieuws van de andere kranten. En dat durft wel eens verkeerd te lopen. Deze screenshots werden quasi gelijktijdig gemaakt:

De Standaard:

dsverwardnieuw.jpg

Maar gelijktijdig bij De Morgen:

En op deredactie.be:

drontkentnieuw.jpg

Dat krijg je als je je webredactie te autonoom laat werken. En eens te meer een bewijs dat men op de webredacties de concurrerende kranten ernstiger neemt dan de eigen redactie. Maar dan ook weer niet vaak genoeg refresht.

Min of meer ongeveer bijna

Dat journalisten intellectuelen kunnen zijn, weten we sinds Rik van Cauwelaert en Yves Desmet in de Knack-toptien prijkten. Ook Sigrid Spruyt hoort is er zo eentje. Je verwacht het niet meteen van een Radio 2-medewerkster, maar wie haar blog leest ontdekt het ware intellect van de oud-nieuwslezeres.

Spruyt verhaalt een heleboel geschiedkundige wetenswaardigheden in een discours dat zo diepzinnig doordacht is, dat simpele zielen zoals uw favoriete radiopresentator er kop noch staart aan kunnen knopen. Het declameren van historische feiten is op zich natuurlijk een koud kunstje, maar Spruyt gaat ook verder en verschaft ons nieuwe inzichten:

[Ik weet] Wel dat Victor vorige maand 170 jaar werd. Om maar een idee te geven. Hij heeft het Ancien Régime, waar mevrouw Desguin heimwee naar heeft, bijna nog zelf meegemaakt. Gestorven bij ‘t begin van de Nieuwste tijd, na de Eerste Wereldoorlog.

Victor Desguin zag het levenslicht in 1838. Het Ancien Régime eindigde in 1789 door de Franse revolutie. Wat Spruyt ‘bijna’ noemt, is bijna vijftig jaar, een halve eeuw. Dat is interessant want we kunnen er heel wat nieuwe geschiedkundige perspectieven uit puren:

  • Op het einde van de Eerste Wereldoorlog was de mens er bijna in geslaagd een man op de maan te krijgen.
  • Op het einde van de Tweede Wereldoorlog traden Oostenrijk, Finland en Zweden bijna toe tot de Europese Unie.
  • Tijdens de Wereldtentoonstelling in Brussel werd vice-premier Leterme bijna opgenomen in het ziekenhuis met een, toen en vijftig jaar later nog steeds bijna, onbekende ziekte.

U bedenkt er zelf ongetwijfeld ook nog wel enkele die de geschiedschrijving nieuwe wendingen kunnen geven en tot voor kort onvermoede feiten aan het licht kunnen brengen. Wist u bijvoorbeeld dat Radio Plasky bijna vijftig jaar bestaat?

Waar zit Hilde Dierickx?

Fientje Moerman zit in het Vlaams Parlement. Het is jammer dat de berichtgeving daarover zo beknopt blijft, want het kan iets zeggen over de positie van Moerman binnen de Open VLD. Maar misschien durven de Vlaamse perslui niet meer goed schrijven over de politica die ze eerst tot op de grond hebben afgebrand, om haar na haar ontslag heilig te verklaren. René Girard heeft daar eens iets over gezegd, geloof ik, maar ter zake nu.

De Morgen probeert om ons toch wat extra mee te geven:

De Oost-Vlaamse volgt Marc Cordeel op. Die zet zijn mandaat stop, zoals binnen de partij al was afgesproken. Een eerherstel dat kan tellen dus, voor Moerman.

Vooral de tweede zin is interessant, omdat daarin kan worden gelezen dat binnen de partij is afgesproken dat Cordeel speciaal baan ruimt voor Moerman. En als je de derde zin erbij neemt, moet je het inderdaad zo interpreteren. Het zou natuurlijk kunnen kloppen. Maar twee weken geleden schreef onder meer De Standaard (01/02) dat Cordeel niet zou opgevolgd worden door Moerman:

Bouwondernemer Marc Cordeel (Open VLD) geeft zijn mandaat als Vlaams parlementslid op. Hij wordt vervangen door Hilde Dierickx uit Dendermonde die onder de vorige legislatuur al eens kamerlid was. Volgens Cordeel (61) is er geen bijzondere reden voor zijn ontslag. ‘Na het verlies van mijn partij bij de gemeenteraadsverkiezingen wil ik Open VLD opnieuw op de sporen zetten in Temse en daarvoor wil ik mijn energie in jonge mensen steken’, zegt Cordeel in Gazet van Antwerpen.

Cordeel is dus wel vertrokken, maar blijkbaar niet met de intentie Moerman weer naar het parlement te laten komen. Waardoor je je kan afvragen of sprake is van eerherstel van Moerman of dat ze zelf heeft opgeëist wat haar blijkbaar toekwam.

Cordeel kan als supporter van jong talent in elk geval tevreden zijn: Moerman is drie jaar jonger dan Dierickx.

Lolbroek Peter Vandermeersch

Peter Vandermeersch is een onverbeterlijke grapjas, die maar één doel voor ogen heeft: zijn lezers aan het lachen brengen. Of hij is een arrogante marketeer bij zijn publiek de portefeuille belangrijker vindt dat het verstand.

Wat denkt u?Hoewel het tweede erg begrijpelijk is als je de reacties zijn lezers bekijkt (een aanrader), zou ik toch durven gokken op het eerste. Lees zijn recentste opiniestuk er maar eens op na. Is dat geen smakelijke grap? Vandermeersch verdedigt vinnig:

Ernstige media moeten zelf niet het voorwerp zijn van het nieuws. Ernstige media moeten het nieuws verslaan. Moeten duiding geven, inzicht brengen en commentaar leveren. Bovenal moeten zij op zoek gaan naar de waarheid op terreinen die maatschappelijk relevant zijn.

Héhé. Met het opiniestuk maakt Vandermeersch zijn medium wel zelf tot voorwerp van het nieuws. En bekijk voor de grap even de laatste vier voorpagina’s van De Standaard (klik onderaan op ‘lees de rest van dit onderwerp’). Zoals u kunt zien is: het medium dat zelf geen voorwerp van nieuws wil zijn, maakt van zijn eigen reeks wel drie dagen het voorpagina-artikel. Hilarisch, toch?

Er staat nog meer lolligs in natuurlijk, onder meer hoe slim Vandermeersch zijn eigen redactie vindt. De marketeer van het jaar besluit met een grandioze oneliner:

In een medialandschap waarin er steeds meer ‘content’ en ‘public relations’ is en steeds minder journalistiek, geloven we meer en meer in de essentiële rol die wij, de media, te spelen hebben.

Maar alle gekheid op een stokje. Natuurlijk hebben de wetstraatjongens van De Standaard puik werk geleverd. Natuurlijk moeten ernstige media zo’n dingen kunnen brengen. En natuurlijk stoor je daarmee een politiek proces, maar dat moet een krant zich niet aantrekken.

Een krant moet ook niet doen alsof het puur om journalistiek draait is, als ze dag na dag met zichzelf op de voorpagina uitpakt en de controverse enthousiast aanmoedigt. Het is ronduit ergerlijk, omdat het pretentieus én overbodig is, en De Standaard heeft er een handje van weg zichzelf razend interessant te vinden. Clown Vandermeersch gaat in deze beslist niet vrijuit.

Nee, dan liever Yves Desmet, die listig probeert de prestigieuze reeks te kaderen als CD&V-manoeuvre. Volgens mij is het pure jaloezie, maar het ene sluit het andere niet uit. Want Desmet heeft me wel nieuwsgierig gemaakt. Vandermeersch zegt:

(…) we hadden alles samen bijna honderd uren gesprek met de formateurs Yves Leterme en Guy Verhofstadt, met de bemiddelaar Dehaene en de verkenner Van Rompuy, met de oranje-blauwe delegatieleiders Somers, Reynders, Milquet en Vandeurzen, met de twee partijvoorzitters van SP.A en die van de PS en Ecolo, en met enkele tientallen andere politici, medewerkers, betrokkenen en getuigen.

Hoeveel uur interview was dat met CD&V’ers? En hoeveel uur met de anderen? Ik ben benieuwd welk licht dat op de spraakmakende reportage zou gooien.

 

Lees meer »