Goed begonnen is half gewonnen

Wij lezen geen lifestylejournalistiek en dat komt zo: wij hebben een krachtig vermoeden dat onze levensstijl niet voldoet aan de vereisten om lifestylepagina’s te sieren, en dat nemen wij erg persoonlijk. Als wij er niet in mogen, interesseert die hele krant ons al niet meer!

Toch kwam het er dit weekend van, omdat wij heel erg geboeid waren door de beginzin van een artikel over make-up:

Je kunt natuurlijk gewoon slapen of lezen, maar voor steeds meer vrouwen is de treinrit naar het werk het perfecte moment om zichzelf op te maken.

“Om zichzelf op te maken”, schrijft Laure Vandendaele. En wij vragen ons onmiddellijk af: maakten die vrouwen vroeger dan iemand anders op? Zo ja, wie dan? Mannen wellicht, aan wie het de nodige handigheid ontbrak? Nee, wacht, daarover ging deze uitzending toch niet? (Inderdaad niet, red.) Momentje, we beginnen opnieuw!

“Het perfecte moment,” schrijft Laure Vandendaele. En wij vragen ons onmiddellijk af: is een treinrit een moment? Zo ja, hoe lang kan een moment dan duren? En heeft elk transportmiddel zijn eigen maximale momentduur? Nee, sorry, dit was het toch ook niet, denk ik. Momentje hoor, ik neem er mijn notities er even bij. (Concentratie!!, red.)

“Steeds meer vrouwen”, schrijft Laure Vandendaele. En wij vragen ons onmiddellijk af: bestaan daar dan cijfers van? Zo ja, welke? En hoe zou dat berekend worden? Ja, deze was het!

Luister: zou het niet fantastisch zijn (en ook heel akelig) als we cijfers hadden over de tijdverdrijven der pendelaars? Lezen, smartphonespelletjes spelen, voor zich uit staren, of ja, schmink aanbrengen. Dat valt in statistieken te gieten!

Wij proberen ’s ochtends soms de percentages te berekenen voor ons metrostel, maar dat is niet zo evident omdat het wiskundige deel van ons brein zo vroeg op de dag nog niet warmgedraaid is, en ook omdat er de hele tijd maar mensen in- en uitstappen, wat voortdurende herberekeningen vereist.

Dus hoe handig zou het zijn als een officiële instantie hiervoor officiële cijfers bijhield! Gespannen lazen wij dus verder. Na dik twee paragrafen werden wij echter danig teleurgesteld:

Er zijn geen cijfers over het aantal Belgische vrouwen dat met een make-uptasje op de trein stapt […].

Nu betekent dit strikt genomen helemaal niets voor de gegevens van die zinnenprikkelende openingszin. Want:

  • Vrouwen moeten hun make-up niet noodzakelijk in een make-uptasje meenemen.
  • Vrouwen moeten niet noodzakelijk make-up meenemen, als er make-up aan boord van de trein beschikbaar is.
  • Vrouwen die met een make-uptasje op de trein stappen, gebruiken die make-up niet noodzakelijk op de trein.
  • Vrouwen die op de trein hun make-up aanbrengen, zijn niet noodzakelijk Belgisch.

Maar wie houden we hiermee voor de gek, behalve de sukkels van Plasky Statistics?  Na dik twee paragrafen is al lang duidelijk uit welke hoek de wind waait: de boude beginstelling zal niet onderbouwd worden! Het is niet meer dan een flauw verzinsel!

Nu lezen wij verder nog wel dat de cosmetica-industrie steeds meer producten verkoopt die je op de trein zou kunnen gebruiken. Maar we lezen ook over een vrouw die lippenstift gebruikt om haar oogleden te maquilleren, dus aan de verkoopcijfers van bepaalde opsmukproducten zouden wij geen te harde conclusies verbinden.

Neen, Laure, dat was een bittere teleurstelling. Maar weten wij ons getroost: het betreft hier lifestylejournalistiek en dat lezen wij dus niet.

LINKS: