Wie is er eigenlijk ooit op het bespottelijke idee gekomen om politici colleges politicologie te laten geven? Dat is alsof je geesteszieken psychiatrie laat doceren, of runderen veeartsenij. Ik zal niet beweren dat op die manier niets te leren valt over het vakgebied, maar slechts op voorwaarde dat het studie-object ook dan als studie-object beschouwd wordt, en niet als echte docent.
De dagelijkse verslaggeving geeft echter niet de indruk dat de heren politici deel uitmaken van een onderhoudend experiment ter initiatie van een groep aspirant-wetenschappers. De wetenschappers in de dop zijn geen actieve vorsers; ze zijn slechts irrelevante toeschouwers van de partijpolitieke propagandisten, die op de universitaire tribune hun oorlog met andere middelen voortzetten.
Het werkelijke publiek voor deze colleges zijn dan ook niet de studenten. Dat zijn de journalisten, die ook massaal in de aula hebben plaatsgenomen. Waar partijpropaganda wordt gevoerd, zal de Wetstraatverslaggever immers trouw zijn notitieboekje volkrabbelen.
Als er één ding nog ellendiger is dan die openingscolleges, is het wel de verslaggeving ervan. De volstrekt talentloze Roel Wauters mag in De Morgen tonen hoe je over een zinloos college een nog veel zinlozer stuk schrijft. De dieptepunten in politieke verslaggeving die hier worden bereikt zijn ongezien, en waren dat beter ook gebleven.
Enfin, om maar te zeggen: dat einde van het begin van het academiejaar zal niets te vroeg komen.
LINKS: