Proefkonijnen achter de katheder

Wie is er eigenlijk ooit op het bespottelijke idee gekomen om politici colleges politicologie te laten geven? Dat is alsof je geesteszieken psychiatrie laat doceren, of runderen veeartsenij. Ik zal niet beweren dat op die manier niets te leren valt over het vakgebied, maar slechts op voorwaarde dat het studie-object ook dan als studie-object beschouwd wordt, en niet als echte docent.

De dagelijkse verslaggeving geeft echter niet de indruk dat de heren politici deel uitmaken van een onderhoudend experiment ter initiatie van een groep aspirant-wetenschappers. De wetenschappers in de dop zijn geen actieve vorsers; ze zijn slechts irrelevante toeschouwers van de partijpolitieke propagandisten, die op de universitaire tribune hun oorlog met andere middelen voortzetten.

Het werkelijke publiek voor deze colleges zijn dan ook niet de studenten. Dat zijn de journalisten, die ook massaal in de aula hebben plaatsgenomen. Waar partijpropaganda wordt gevoerd, zal de Wetstraatverslaggever immers trouw zijn notitieboekje volkrabbelen.

Als er één ding nog ellendiger is dan die openingscolleges, is het wel de verslaggeving ervan. De volstrekt talentloze Roel Wauters mag in De Morgen tonen hoe je over een zinloos college een nog veel zinlozer stuk schrijft. De dieptepunten in politieke verslaggeving die hier worden bereikt zijn ongezien, en waren dat beter ook gebleven.

Enfin, om maar te zeggen: dat einde van het begin van het academiejaar zal niets te vroeg komen.

 

LINKS:

Wij zijn wat wij voorwenden dat wij zijn

Er lijkt flink wat empathie te bestaan voor de controversiële uitspraken die Bart De Wever liet optekenen over vluchtelingen en hun crisis.

In De Standaard sprak Kathleen Van Brempt (SP.A):

Ik begrijp waarom hij als partijvoorzitter soms vervalt in extreemrechtse standpunten.

Van Ivo Belet (CD&V) lazen wij dan weer in De Morgen:

“Ik zie weinig verschil tussen de tactiek van Orban en die van De Wever”, zegt Europarlementslid Ivo Belet. “Ze proberen allebei hard hun extreemrechtse kiezers te vriend te houden.”

Wij noteren: niet-extreemrechtse politici vinden het normaal dat je als politicus extreemrechtse standpunten verkondigt om je extreemrechtse kiezers te paaien. Wij adviseren: let daar geweldig goed mee op.

In de inleiding van zijn hilarische en dieptrieste roman Mother Night schrijft Kurt Vonnegut, die ik niet genoeg kan aanprijzen:

We are what we pretend to be, so we must be careful about what we pretend to be.

Begrijpt u niet wat daarmee wordt bedoeld? Bent u het er niet mee eens? Lees Mother Night.

LINKS:

Een pijnlijke nederlaag

Wij hebben het een paar keer geprobeerd, maar het is niet gelukt: het parodiëren van Doorbraaks interview met Benno Barnard, over zijn boekenkast, gaat ons petje te boven.

Hoe bijvoorbeeld dit fragment te overtreffen?

“[H]et bijzonderste wat ik heb, en wat niemand anders heeft, is die collectie Engelse kinderboeken.”
Uitsluitend Engelse kinderboeken?
“Ja, en daar heb ik dus een huis omheen gekocht, dat overigens uit 1680 dateert, dat vond ik gepast bij een wat serieuze Engelse bibliotheek.”

Het uitlezen van het hele interview verliep overigens niet zonder slag of stoot. Wij verzwikten enkele gewrichten omdat wij steeds weer gierend, molenwiekend, en happend naar adem de sofa uitdonderden. Eenmaal moest het zuurstofapparaat eraan te pas komen.

Maar het was de moeite waard. Zelden hebben wij ons zo bescheiden, intelligent, en sociaal aangepast gevoeld als na de lectuur van deze tweedelige lofzang op het cultiveren der pedanterie. Heel therapeutisch was dat.

Toch blijf het jammer dat een parodie ons parodiërend vermogen te boven gaat. Gelukkig groeien de satirische sites in Vlaanderen als pompoenen op een mesthoop. Zou op zo’n redactie ergens iemand zitten die dit interview kan aanpakken?

In afwachting daarvan lezen wij nog eens De War Greep Onbesprakelijke Taalman, voorlopig nog steeds de beste parodie op Barnards potsierlijke opvattingen.

LINKS: