Een onprettige ochtend

Soms begint de dag onprettig en dan gaat weer alles fout. Talloos zijn de mogelijke oorzaken van zulke onprettigheid: een vettig ontbijt, koude koffie, zure melk, guur weer… Talloos. Maar mits het weer niet té guur is, heb ik hiertegen een uitstekende remedie gevonden. Graag deel ik mijn geheim met u.

Mijn pendelroutes zijn complex kluwens van  bus-, tram-, metro-, en treinlijnen. Wat getreuzel (zure melk weggooien, nieuw pak melk openen, achterdochtig aan snuffelen) volstaat om de bus te missen die mij het snelst en efficiëntst op kantoor zou bezorgen. Jammer! Snel schakel ik over op schema b5.1. Dat doet mij nog wel tijdig aanspoelen, maar laat me ook twintig minuten wachten aan het station van Bockstael.

Dat is geen toeval: vlakbij dit station ligt het Café des Artistes, niet genaamd naar de grote kunstenaars die er zich inspiratie laten inschenken, maar naar de Avenue des Artistes. Velen willen dit café bekritiseren en ik zal al die kritiek niet tegenspreken. Maar evenmin kan iemand mij tegenspreken wanneer ik zeg dat hun terras op zonnige ochtenden zonovergoten is, dat hun petit café die in menig koffiebar overtreft, en dat hun service elke koffiebar en menig sterrenrestaurant overtreft.

En dat is alles wat nodig is om de dag een prettige herstart te geven. Tussen de rokende geprepensioneerden in trainingspakken en leren jassen, lees ik bijvoorbeeld Norwegian Wood, omdat dat het boek schijnt te zijn waarmee je Murakami moet beginnen, hoewel Kafka on the Shore beter zou zijn. De zon schijnt, de koffie is uitstekend, het glas water is gratis. Twintig minuten later lijkt acht uur zuurstofarm bureaulabeur al een iets verteerbaarder vooruitzicht.

Ik zou u dit niet meedelen wanneer ik daar nog vaak zou zitten, natuurlijk. Ik voel geen nood aan het gekwetter van hippe kantoorvogels wanneer ik mijn ochtend heropstart. Verhuizingen en omleidingen nopen mij echter mijn complex kluwen grondig te herwarren. Reeds genoot ik mijn laatste koffie in Café des Artistes. Het staat iedereen vrij om mijn plaatsje in te nemen. Ik zou zeggen: profiteer ervan, het zou nog zonnig blijven tot woensdag.

Depressieve lieden

Hoe zou het nog zijn met Wendy, denken wij, en dan bedoelen wij: met Wendy Kroy.

Wij vermoeden dat het goed gaat met Wendy. Daar zijn wij blij om. Wij hebben in al die jaren dat wij Wendy’s blog trouw lazen een zekere platonische affectie voor haar ontwikkeld. Het is altijd leuk als het goed gaat met mensen waarvoor je een platonische affectie hebt ontwikkeld.

Toch is het ook spijtig dat het goed gaat met haar.Lees meer »

Onze verdoemde multiculturele maatschappij

Ik slenter met een vriendin door de Maria-Christinastraat in Laken. Een wagen heeft vreemd proberen inparkeren op een gehandicaptenplaats en lijkt nu vast te zitten. De wagen heeft een Franse nummerplaat, een Belgische gehandicaptenkaart en de chauffeur lijkt geen Frans te spreken.

De man zit achter het stuur, maar hij heeft zijn deur geopend en staat met één voet op straat. Hij probeert zijn wagen zo achteruit te duwen. Wij vragen de man of we hem van dienst kunnen zijn. Een duidelijk antwoord komt er niet, maar het is niet zeker of dit aan zijn handicap of aan zijn niet-Franstaligheid ligt.

Wij besluiten ons goed hart te laten zien en proberen de wagen mee achteruit te duwen. Dat lukt niet. Een gehoofddoekte mevrouw biedt de man aan even het stuur van hem over te nemen. Ik neem de boodschappen van deze mevrouw aan en houd het verkeer tegen, terwijl zij achter het stuur kruipt.

Ah, maar het is een automatique. Daar kan de mevrouw niet mee overweg. Mijn vriendin wel. Ik geef de mevrouw haar boodschappen terug, en nu kruipt mijn vriendin achter het stuur. Ik houd opnieuw het verkeer tegen en mijn vriendin probeert de wagen de parkeerplaats uit te loodsen.

De vriendin komt tot de vaststelling dat de marche arrière van deze wagen niet werkt. Dit bemoeilijkt het uitparkeren, begrijpen wij. De gehandicapte, Fransonkundige man gaat weer zelf achter het stuur zitten. Lees meer »

De verwoestijning van het cafélandschap

Een bescheiden feestje met coryfeeën van de redacties van Knack, De Standaard, Veto en nog vele, vele anderen? Reken maar dat Radio Plasky ook present tekende, al was dat vooral omdat het bier goedkoop tot gratis was. En ook omdat het feestje zich afspeelde in de Fak Letteren, één van de allerbeste cafés van Leuven. Een Perfect Café zelfs, zouden wij durven beweren.

Maar wat is een Perfect Café? Het is een vraag waar wij graag over discussiëren, omdat de emoties zeer hoog kunnen oplaaien, hoewel wij het allemaal roerend eens zijn. Vooral op café is het hierover prettig zeuren, bij voorkeur binnen gehoorsafstand van het personeel dat je net een te dure pint slecht heeft getapt.

Slecht getapte pinten zijn een plaag, en je vraagt je af hoe iemand die dagelijks honderden glazen tapt dat slecht kan blijven doen, maar het gebeurt voortdurend. De Belgische pils is meestal al niet al te denderend en daar dan twee euro voor durven vragen is eigenlijk diefstal.

Ja, alleen al over de Perfecte Pint zouden wij urenlang kunnen emmeren en dat doen we ook regelmatig, maar nu even niet. Nu gaat het om het Perfecte Café.

Lees meer »

De digitale overheid

Wij lezen in onze lokale periodiek:

Tegen 2014 moeten alle formulieren bij de administratie van het Brussels Gewest een elektronische tegenhanger hebben.

En wij dachten: dat is geweldig nieuws. Ook herinnerden wij ons een avontuur van nog niet zo lang geleden. Lees meer »

Bericht aan potentiële werkgevers

Geachte heer/mevrouw,

U publiceerde onlangs een vacature voor een gematigd uitdagende functie bij uw bedrijf. Ik heb deze vacature goed ontvangen en grondig doorgenomen. Ze bevat verscheidene interessante elementen voor mij als werknemer. Helaas hebben andere werkgevers vacatures gepubliceerd die beter aansluiten bij mijn profiel en kon ik ze niet allemaal weerhouden. Dat u niet voor de volgende selectieronde wordt uitgenodigd, doet evenwel niets af aan uw intrinsieke kwaliteiten als openbare of private werkgever.

Ik wens u alle succes toe bij uw zoektocht naar middelmatige werkkrachten. Uw gegevens zijn opgeslagen in mijn databank; indien mijn profiel plots toch bij het uwe zou passen, neem ik graag opnieuw contact met u op.

Met vriendelijke groeten,
Maurice Plasky

Onsterfelijk belachelijk

Het einde van het jaar nadert en het is duidelijk dat sommige collega’s volledig door hun intellectuele reserves heen zitten. Gelukkig valt dat nauwelijks op. De budgetten voor 2013 zijn al verdeeld, dus wie werkt zich in het zweet zolang we nog 2012 zijn?

Professioneel blijven we dus van rampen gespaard (voorlopig). Maar ik moet wel dit soort idiotieën aanhoren, wanneer collega A. twijfelt over een strategie en raad vraagt aan B.

Collega A.: “Denkt ge dat ik mij belachelijk ga maken?”
Collega B.: “Onsterfelijk, ja.”
Collega A.: “Nee, of ik mij belachelijk ga maken.”
Collega B.: “Ja. Onsterfelijk belachelijk.”

Ik bedacht dat dit soort ellende ons bespaard zou blijven als we in het Nederlands een morfologisch onderscheid maakten tussen adjectieven en bijwoorden.

Crisis

De federale gereging heeft een begroting opgesteld. Dat heeft de nodige moeite gekost en er is op allerlei grote en kleine posten bespaard, ook op de ministriële kabinetten. Dat werd mij vanochtend plots zeer duidelijk.

Ik liep toevallig een oude makker tegen het lijf, die tegenwoordig onderdak heeft op een federaal kabinet. Hij was druk op zoek naar secondelijm, want er was een toets van zijn werkgerelateerde blackberry-apparaat losgekomen. Die moest hij dus weer vastlijmen.

Ik vroeg maar niet of de regering de kapotte apparaatjes van haar werknemers niet wou vervangen. Het is crisis, zoveel is zeker.

Arbeidsethos

Een collega loopt mijn kantoortje binnen. Ik zit er ijverig paperclips te sorteren.

“Dag, Emile. Zeg, gaat gij niet naar die interessante lezing? Die begint binnen twee minuten.”
– “Ik zou wel willen, maar ik heb echt geen tijd. Ziet ge al die paperclips hier? Ik heb veel te veel werk.”
“Wel, dat is dan ideaal.”
– “Dat is verre van ideaal.”
“Nee, luister: ik heb ook geen tijd om naar die lezing te gaan. En nu zoek ik andere mensen die ook geen tijd hebben, om toch met mij te gaan luisteren zodat ik mij minder schuldig voel.”

Het is ver gekomen met mijn arbeidsethos dat ik die lamzalige paperclips voorrang geef op aanminnige collega’s die me vragen hen te vergezellen naar een lezing.