Tegen alle verwachtingen in

Bart De Wevers opstoot van mediakritiek ligt intussen alweer even achter ons. Het hele stormpje is, zoals voorspeld, bijzonder snel geluwd en uiteindelijk zijn we er, zoals voorspeld, niets mee opgeschoten. Maar wij hebben over deze zaak uiteindelijk toch niet minder dan drie stukken kunnen vinden die de moeite van het lezen waard zijn. Een onverhoopt succes.

Niet toevallig komen ze van drie journalisten die zich al langer met mediakritiek bezighouden en de hele hetze in een breder perspectief kunnen plaatsen. Dit staat in schrijnend contrast met de bergen gezwets die we te verwerken kregen van allerlei dagbladschrijvers die hun gekwetste ego probeerden op te lappen met stukken waaruit meer revanchisme dan intelligentie sprak.

Een mooi voorbeeld was het stuk van Bart Sturtewagen in De Standaard, dat samengevat hierop neerkwam: de media doen keihard hun best en Bart De Wever vindt dat zelf eigenlijk ook. Gezwam van het nieuwe type hoofdredacteur, die niet langer de primus inter pares van de journalisten is, maar de verbi baiulus van de directie. De amusantste paragraaf vonden wij deze:

Mediakritiek wordt pas interessant als het uitgangspunt wordt aanvaard dat perfectie niet alleen onbereikbaar is, maar zelfs te vuur en te zwaard bestreden moet worden. Die perfectie kan immers alleen bestaan voor degene die het voorrecht heeft de definitie ervan te bepalen. Het is door de botsing met het imperfecte dat verheldering optreedt.

Als iemand de hogere hogere logica van deze theosofische epifanie kan duiden, wij horen het graag. Maar goed, drie interessante stukken dus:

“Iets helder kunnen uitleggen, is allesbepalend,” zegt Bart in Scoop Magazine. Maar hij heeft het niet over journalisten.

Plaats een reactie